Er is op dit moment geen storing.
Nijverheidsweg 21, Udenhout |
Het was het jaar van de introductie van het recht op een rookvrije werkplek, de moord op Theo van Gogh en het overlijden van Andre Hazes. Sociale netwerksite Hyves werd geïntroduceerd en zoekgigant Google lanceerde Gmail. Maar voor Albert Jakobsen (57) blijft 2004 toch vooral het jaar van de oprichting van IT-bedrijf Féju. Nu, 19 jaar later, blikt de eigenaar en ondernemer terug op zijn weg naar succes. “Ik dacht weleens: waar ben ik aan begonnen, maar dan was het op z’n ‘Borsato’s’ gewoon heel even slikken en weer doorgaan. Inmiddels zie ik vooral jarenlang hard werken, slecht slapen en een lach en een traan, maar bovenal enórm veel hoogtepunten.”
We gaan terug naar begin mei 2004. Op een zolderkamertje in het Brabantse Oisterwijk zit Albert voor zijn nieuwbakken bedrijf te ploeteren. Hij en zijn toenmalige compagnon hebben net – na 17,5 en 10 jaar trouwe dienst – hun banen als automatiseerders in loondienst opgezegd. Gewapend met een tweedehands vaste telefoon, een onverwoestbare Nokia en een laptop op een gammel bureau, werven ze nieuwe klanten op telecom- en automatiseringsgebied. Geld? Dat is er nog niet. Al hebben relaties daar geen enkel benul van. “Die mogen vanaf dag één rekenen op 100 procent kwaliteit.”
Je kunt er nóg zo veel over lezen en leren, maar ondernemer word je pas echt in de praktijk, lacht Albert nu. “Met vallen en opstaan begonnen wij met z’n tweeën aan ons avontuur”, zo vertelt hij vanuit zijn huidige hypermoderne en toch bijzonder gezellige bedrijfspand. “Op papier leek alles ideaal; we hadden een enorme relatiekring en waren bekende gezichten binnen de IT-branche. We adverteerden daarnaast in de krant en het lokale sufferdje, en hadden vanaf dag één een website, eigen e-mailadressen en een telefoonnummer waarop we altijd te bereiken waren. Toch was onze droom al bijna over nog voordat ‘ie goed en wel begonnen was. Die ‘ideale’ omstandigheden hebben ons bijna de das omgedaan.”
De aanpak van de beginnende ondernemers levert ze namelijk simpelweg té veel werk op, zo blikt Albert terug. “Na 2 weken liepen we al op ons tandvlees en moesten we iemand aannemen. We kregen het werk gewoon niet meer met z’n tweeën gedaan. We leerden dan ook al snel onze eerste ondernemersles: té hard groeien is ook niet goed.” Heel anders is de situatie vandaag de dag. “Nu klopt echt (bijna) álles. Voor onze relaties, maar ook voor onze eigen club. We zijn een goedlopend bedrijf en plukken daar samen de vruchten van. Dat ik dat nu kan zeggen, daar ben ik vreselijk trots op.”
Met de hulp van hun eerste collega en nóg een handjevol nieuwe mensen in loondienst in het eerste halfjaar, weten de ondernemers de drukte het hoofd te bieden. “Zo bereikten we binnen 6 maanden het doel dat we onszelf eigenlijk voor de komende 10 tot 15 jaar hadden gesteld; een man of 7 in dienst.” Het groeiende team verhuist naar een verzamelgebouw en verruilt de oude, ietwat aftandse inventaris langzaamaan voor spullen van kwaliteit. “Daar kwam steeds meer ruimte voor. Niet langer konden alleen onze relaties op het beste van het beste rekenen. Ook wijzelf kwamen aan de beurt.”
Er mag in 19 jaar dan veel veranderd zijn, het bedrijf zet nog steeds vol in op kwaliteit. Niet alleen wat de service betreft. Ook de Féju’ers mag het aan niets ontbreken, zo geeft de voorman aan. “Ik wil goed zijn voor zowel mijn relaties als mijn mensen. Afnemers kunnen hun technische ondersteuning overal krijgen, dus we moeten ze goede redenen geven om voor een bedrijf uit Udenhout te gaan. Maar ook tevreden collega’s zijn me heel veel waard. Dus rijden we bijvoorbeeld in de nieuwste auto’s, krijgt iedereen standaard een wasstraatabonnement van me, hebben we de crème de la crème op het gebied van koffiemachines in huis, worden de toiletten in ons pand dagelijks schoongemaakt, loopt iedereen in mooi uitgevoerde bedrijfskleding, zijn er veel opleidingsmogelijkheden en is ons pand met een prachtige inrichting inclusief bar uitgerust.”
Die extra stap zetten voor zijn mensen, resulteert ook in een attente club vol eigen initiatief, zo concludeert de ondernemer nu. “Jubileert een relatie? Dan sturen collega’s uit eigen beweging een bloemetje die kant op. Of ze stappen met een aantal man de auto in om hoogstpersoonlijk taart langs te brengen. Het wordt gewoon geregeld. Ze hoeven mij ook niet eerst om toestemming te vragen.” Het gaat om het totaalplaatje, zo besluit hij. “De mensen op onze werkvloer begrijpen dat.”
De manier van werken die binnen Féju wordt aangehouden, betaalt zich volgens de ondernemer dus meer dan terug. Albert: “We hebben in de afgelopen 19 jaar een klantenbestand opgebouwd om onze vingers bij af te likken, waarbij verschillende partijen al vanaf het begin af aan bij ons binnen zijn. En ook onder de collega’s is het verloop bijzonder laag”, zo legt hij uit. Die eerdergenoemde ‘terugbetaling’ geschiedt overigens niet alleen op bedrijfsmatig vlak, zo vertelt hij dan. “De warmte die ik van het team ontvang, is een kroon op mijn werk van de afgelopen 19 jaar.”
Albert probeert iedereen bijvoorbeeld zo nu en dan even een-op-een te spreken. Of het nu tijdens een etentje is of met een drankje aan de bedrijfsbar. “We praten dan niet over werk, maar juist over al het andere dat er is. Vakanties, dromen en doelen. Maar ook schuldsanering, kwaadaardige knobbeltjes en scheidingen; je kunt het zo gek niet verzinnen of het is al eens de revue gepasseerd. Die openheid naar mij toe vind ik een absoluut hoogtepunt. Want blijkbaar is het vertrouwen groot genoeg om dergelijke persoonlijke zaken met me te delen.”
Over hoogtepunten gesproken: ook de aankoop van het huidige Féju-pand mag niet in het rijtje met pieken ontbreken, zo stelt de ondernemer. “We zouden het eigenlijk voor 10 jaar huren, maar al na 3 jaar heb ik het gekocht. Daar ben ik beretrots op. Het is ook een geweldige zet geweest, want het betekende dat ik aanpassingen kon doen die het bedrijf ten goede zouden komen. Dat hebben we gedaan ook. Iedereen die al eens bij ons over de vloer kwam, is onder de indruk van het resultaat. Het is geweldig om onze prachtige club mensen nu op deze mooie werkvloer te zien rondlopen; een pand waar ik ook vol trots zakenrelaties ontvangen kan.”
Een ander hoogtepunt? “Dat ik op vakantie kan en alles hier gewoon doordraait. Als je het mij vraagt hét bewijs van goed ondernemerschap.” Loslaten, dat lukt Albert ook steeds beter. “Ik ben inmiddels 57 en weet dat ik hier niet nog decennialang zitten zal. Daarnaast heeft ziekte mij in doen zien dat er meer is dan alleen werken. Ik geef mijn collega’s dus makkelijker de ruimte. Dat resulteert ook weer in mooie dingen. Een Autotask-pakket bijvoorbeeld, dat we doorontwikkeld hebben; een alternatief voor de vroegere handgeschreven werkbon. Het idee daarvoor werd geopperd door diegenen die er verschil mee kunnen maken in de dagelijkse praktijk.”
Zoals Albert feilloos een aantal hoogtepunten kan benoemen, zo zijn er in de afgelopen 19 jaar ook dingen gebeurd waar hij minder graag aan terugdenkt. “De bankencrisis in 2008 is een heel concreet voorbeeld. Een heftige periode, want bedrijven uit ons klantenbestand konden opeens niet meer aan hun verplichtingen voldoen. Met als resultaat dat wij dat vervolgens ook niet meer goed konden richting onze leveranciers. Een hoop kopzorgen tot gevolg.”
Iets algemener vond hij ook het opzetten van een nieuwe onderneming in combinatie met het vaderschap best heftig. “Vooral ook omdat mijn dochters toentertijd nog jong waren; 7 en 2 jaar. Ik maakte zo veel mogelijk tijd voor ze en ze profiteerden ook wel van de mooie kanten – snoepreisjes naar de Efteling en Disneyland bijvoorbeeld – maar al met al was ik wel heel vaak weg en moest ik soms zelfs tijdens vakanties vanaf de camping nog meermaals terug naar kantoor om facturen te versturen.” Toch heeft het de band met zijn meiden geen schade berokkend, zo vertelt de vader van twee nu trots. “Het zijn inmiddels volwassen vrouwen, allebei samenwonend en heel goed terechtgekomen. Een van de twee werkt zelfs binnen het bedrijf. Dat is prachtig, toch?”
Een andere constatering met betrekking tot de afgelopen 19 jaar: het werk is alleen maar interessanter geworden. “In het begin van de rit was het niet zo’n ramp als het internet er even uitlag. Dan werden salarissen gewoon via een briefje in de brievenbus van een bank gestort. Nu is dat een compleet ander verhaal. Een goede internetverbinding is ontzettend urgent, wat het belang van ons werk alleen maar extra onderstreept. En er is gewoonweg véél meer mogelijk op IT-gebied.”
Terugkijkend is Féju ook vooral echt een no-nonsensebedrijf gebleven, zo merkt Albert op. “In die zin is ons werk in 19 jaar tijd wel amper veranderd. We staan nog steeds 24/7 voor onze relaties klaar. En is er een partij die klant wil worden? Geen gedoe met lange wachttijden; wij maken vanmiddag nog tijd voor een inventarisatie op locatie. Onze organisatiestructuur kent daarnaast geen hiërarchie; niet voor niets zul je mij nooit over ‘mijn medewerkers’ of ‘mijn personeel’ horen spreken. Dat is immers niet hoe het bij ons werkt. Ik ben gewoonweg meer collega dan baas, en we klaren deze klus echt sámen.”
Met die familiaire opstelling heeft Albert weinig geheimen voor zijn collega’s. Ze mogen hem alles vragen, ook op privégebied. “Ik ben graag net zo’n open boek voor ze als zij naar mij toe zijn.” Zo zijn onder meer de scheiding van de moeder van zijn kinderen en zijn gezondheid die meermaals opspeelde gewoon bespreekbare onderwerpen. En ook de jaarcijfers van het bedrijf zijn openbaar. “Op die manier weet iedereen waar ‘ie aan toe is en heerst er rust.” Toch is er één kwestie waarover hij – vooruitblikkend op 20 jaar Féju – niet al te veel uit wil wijden. “Hoe we het jubileum gaan vieren, dat houd ik nog even geheim. Maar als je weet dat we bij 15 jaar de Efteling gedeeltelijk afhuurden en we daar niet voor onder willen doen, dan snap je dat het een erg goed feestje worden gaat…”
01-05-2023