‘Féju stond voor hete vuren hier, maar hield alles onder controle’
Diana Vos, CFO Haller Benelux
Erik-Jan, commercieel operationeel manager
Kom je in Nederland een vuilniswagen tegen, dan is de kans groot dat het een exemplaar van Haller Benelux is. De producent van afvalinzamelvoertuigen was van oudsher al nadrukkelijk in het straatbeeld aanwezig. Maar sinds de recente overname van de activa van een failliete concurrent is het bedrijf zichtbaarder dan ooit. Dat overnameproces was overigens een aardige opgave, zo blikt CFO Diana Vos nu terug. “Ook voor onze vaste IT-dienstverlener Féju. Die heeft hier echt voor hete vuren gestaan. Het blijkt maar weer: zelfs bij complexe projecten als deze kun je de IT en telecom met een gerust hart volledig aan Féju overlaten.”
Haller Benelux was oorspronkelijk alleen in het Gelderse Hedel gevestigd. Daar vindt ook nog altijd de assemblage van producten van moederonderneming Zoeller plaats. Met ingekochte onderdelen uit de groepsmaatschappijen bouwen ze er wagens met boven-, zij- en achterladers, op door klanten aangeleverde chassis. Sinds 1 januari 2024 is daar een tweede vestiging bijgekomen: de overgenomen productielocatie Emmeloord. Diana: “Daar kopen we onderdelen in om er vervolgens zelf het hele product te maken. De eigen productie is een mooie aanvulling op de Nederlandse markt.”
Overname uit faillissement
Van autonome zijladers en achterladers voor huisvuilbakken of bedrijfsafval tot compartimentwagens voor gescheiden inzameling: de Haller Benelux-voertuigen vinden hun weg in zowel Nederland als op de exportmarkt. “We leveren naast Nederland vooral aan Europa en het Verenigd Koninkrijk”, aldus de CFO. En dat vraagt om de nodige flexibiliteit, zo blijkt. “In Nederland werken we vaak met één afvalsoort per bak. In Scandinavië bijvoorbeeld, willen ze vanwege de lange afstanden juist meerdere compartimenten. Erg diverse markten én eindgebruikers dus.”
Ook van Féju, al jarenlang de IT-partner in Hedel, werd tijdens de overnameperiode enige flexibiliteit gevraagd. Diana: “De continuïteit van de IT-omgeving in een overname vanuit een failliete boedel kent wat uitdaging door de restricties die de curator oplegt. Wij wilden zo snel mogelijk een nieuwe organisatie opzetten, maar de curator nam letterlijk alle data mee.”
Daarbij kwamen strenge eisen van de curator. En vanuit de Zoeller Group waren er bepaalde ideeën over hoe alles moest worden ingericht. Diana: “Zeker in het begin had Nederland bij de Duitsers niet altijd prioriteit. Zie dan als buitenstaander maar eens aan de juiste gegevens te komen.” Commercieel operationeel manager Erik-Jan van der Meijs kan er niet mee zitten: “Ach ja, een beetje uitdaging daar houden wij wel van.”
Binnen een week in de lucht
Het kostte Féju een week, misschien anderhalf, om op de nieuwe productielocatie alles in de lucht te krijgen. “We wilden gelijk aan de slag en het logistieke proces op gang brengen”, aldus Diana. “Dan is het dus fijn om met een IT-bedrijf te werken dat die noodzaak begrijpt.” Erik-Jan moet lachen. “Daar stonden we hetzelfde in, ja. Tijdens het overnameproces zijn wij in Emmeloord blijven overnachten; zo konden we zo veel mogelijk uren maken. Maar ’s avonds in ons hotel kwamen we de mensen van Haller toevallig weer tegen. We hebben onze meetings daar dus gewoon voortgezet. Echt samen de schouders eronder.”
Sinds de overname is Féju-consultant Maarten één dag per in Emmeloord aanwezig. In Hedel was Bjorn al regelmatig van de partij. “We overwogen kort om zelf iemand aan te nemen, maar dat idee lieten we omwille van de continuïteit varen. En gelukkig is Maarten nu bereid om steeds naar de andere kant van het land te rijden”, aldus de CFO. Waar ze aanvankelijk verwachtte zijn aanwezigheid langzaam af te kunnen schalen, is daar tot op heden overigens nog geen sprake van. “Zijn dagen zijn nog altijd goed gevuld.” Ze lijkt er niet rouwig om. “Maarten, en ook Bjorn, voelen inmiddels bijna als eigen medewerkers aan.”
Starten vanaf nul
De samenwerking tussen beide partijen blijkt al met al een sterk staaltje win-win. Diana: “Als er iets is, hoeven we het maar te vragen. Met hun uitleg snapt íedereen waar het over gaat. En zelfs Zoeller gaf recent nog aan blij met Féju te zijn. Duitsers zijn kritisch en je moet ze geen onzin vertellen, dus zo’n compliment zegt een hoop.” Erik-Jan dan: “Mijn collega’s vonden het fantastisch om in Emmeloord vanaf nul te starten en naar een hoge standaard toe te bouwen. Die hadden écht eer van hun werk.”
Of de partnerpartijen het nu wat rustiger krijgen? Die kans is klein. De volgende grote slag staat namelijk alweer gepland. Erik-Jan: “We mogen een groot gedeelte van de werkplekken gaan vervangen. Dus nee, vervelen hoeven we ons niet!”
De samenwerking tussen Wijffels en Féju betreft veel meer dan alleen de levering van schermen. Dat blijkt ook weer tijdens het gesprek in het Wijffels-pand aan de Tilburgse Kapitein Hatterasstraat. “Ik krijg nu net toevallig weer een appje van Erik-Jan over een interessante nieuwe klant voor ons”, vertelt Kevin, al wijzend op zijn telefoon. Die samenwerking geschiedt heel organisch. Zonder commissies, maar gewoon omdat het gevoel goed is, zo stellen de twee heren eensgezind. Kevin: “Wij dragen waar mogelijk de naam van Féju aan, en in het specifieke geval van vragen over de MaxHub trekken we bij Stef aan de bel. Verkoopt Féju er volgens nog eens vijftien computers achteraan, dan gun ik ze dat van harte. Want ik weet: dat geldt andersom ook.”





